Griekenland, wijngebied Naousa, in de tijd van voor de wandelapps.
We hadden tijdens onze voorbereidingsreis vier van de vijf wandelingen voorgelopen en de routes vastgelegd. De vijfde, ja, dat was een probleem. Die moest eindigen bij een uitzonderlijk en uniek adresje, het kleine, charmante wijngoed Argatia van Dr. Charoula Spinthiropoulou, gepromoveerd in de ampelografie: de beschrijving van druivenrassen, in haar geval de inheemse Griekse rassen. Zij is landbouwkundig ingenieur, wijnconsultant voor beroemde wijnbedrijven en schrijfster van het boek “Grapevine varieties of Greece”. Charoula is een hartelijke, echt Griekse, eenvoudige vrouw gebleven. Zij zou ons in haar huiskamer ontvangen en voor ons koken. Het leek me fantastisch om mijn groep daar mee naartoe te nemen. Geen verrassing dat zij ook nog topwijnen maakt.
De wandeling naar Charoula’s huis loopt door een kloof. Die bleek vol water te staan in deze tijd van het jaar. Onmogelijk om deze route voor te lopen. Maar dat was in oktober nooit een probleem, dan stond hij bijna droog, zo verzekerden locals in het plaatselijke café ons. Bovendien kon je niet verdwalen, in de smalle kloof was maar één pad en waar dat eindigde was je op een kwartier van Argatia.
Oktober, met een volle groep was ik in het Naousagebied. Op dag 3 gingen we de kloofwandeling maken. Ik had me op alle mogelijke manieren verdiept in deze mij onbekende wandeling: met Google satellite. Een busje zette ons af in Yiannakochori, een gehucht met een fijn terras. Koffie dus!
Yannis kwam vragen waar wij heen gingen. De Krastaskloof? Wisten wij daar de weg wel? Hij zou ons helpen. Nog even naar huis om zijn zwembroek te pakken en dan was hij klaar.
Dat toen niet alle alarmbellen gingen rinkelen snap ik nog steeds niet, ik denk dat ik geen verband met de wandeling legde.
Vrolijk babbelend gingen we op pad, al snel afdalend naar de rivier. Het pad volgde een kilometer de oever en stopte toen abrupt. Yannis trok zijn schoenen uit en stak de rivier over, die enkeldiep was en tamelijk breed, vol eilandjes en takken. Wij volgden zijn voorbeeld. Langs de andere oever was inderdaad goed begaanbaar, maar na een poosje stopte ook dit pad weer. Schoenen uit en oversteken dus. Ik voelde enige twijfel opkomen, maar de sfeer was goed en Yannis was vol zelfvertrouwen. Bij de derde oversteek heb ik de groep bijeengeroepen voor overleg. We konden nu nog omkeren en de hoger gelegen weg volgen. Drie mensen kozen hiervoor, de rest wilde graag verder. Met zijn tienen klommen we verder. Het uit- en aantrekken van schoenen was na de derde oversteek wel voorbij, iedereen banjerde zo door het water – dat nu kniehoog kwam. We genoten van de spectaculaire, steeds smaller wordende kloof en de stemming was prima.
Na twee uur lopen en nog ettelijke waadpartijen, stopte Yannis om zijn zwembroek aan te trekken. Ik voelde lichte paniek en hoopte op een grap. Verderop kwamen de zijkanten zo dicht bij elkaar, dat er geen pad meer tussen paste. Op een rijtje, ons vastklampend aan de rotswand ploeterden we door het snelstromende water, proberend ons evenwicht te houden. Iedereen had het gehaald, pfffff. Maar toen moest het nog komen. Een enorme waterpoel van wand tot wand! Yannis, gewapend met een lange stok, waadde langzaam voorwaarts, door het steeds dieper wordende water. Niemand volgde hem, we wachtten ademloos af. Ik was de tweede en stond dus vooraan. Toen Yannis tot zijn middel in het water was verdwenen, keek ik achter mij. De helft van de mensen kon zijn lachen haast niet inhouden; de andere helft keek doodsbang en zwaaide met de wijsvinger heen en weer. Nee!!!
Ik riep Yannis terug en zei dat dit te ver ging. Dit gingen we niet doen, we moesten terug. Een zeer beledigde Griek draaide zich tenslotte tegensputterend om. Een zucht van verlichting ging door de groep….
Over de terugweg zal ik kort zijn, hoewel we daar door inschattingsfouten nog van alles meemaakten met deze man – zo wist hij een kortere route bovenlangs die doodliep, waardoor we moesten abseilen. Ondertussen maakte ik mij zorgen over de tijdsplanning, vooral die van Charoula, want mijn telefoon had de hele weg geen bereik. Ik ging ervanuit dat de drie die terug waren gegaan, de zaak wel hadden uitgelegd. Zodra ik, bijna terug in Yiannakochori, weer bereik had, belde ik Charoula, die onmiddellijk haar man stuurde om ons op te halen. Panagiotis arriveerde met een vrachtautootje met open laadbak, heel spannend. Met wat moeite wisten we ons erin te hijsen. Via haarspeldbochten en afgronden bereikten we hotsend en botsend ons einddoel. De beloning was enorm: een paradijselijke plek met uitzicht over de wijngaard, een knus huis waar een eigengemaakte Griekse stoofpot op tafel stond en vele goede wijnen.
Wat een avontuur…